Grondwet voor het Koninkrijk
der Nederlanden van 24 augustus 1815
Allen
die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras,
geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
1.
De wet regelt wie Nederlander is.
2.
De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen.
3.
Uitlevering kan slechts geschieden krachtens verdrag. Verdere voorschriften
omtrent uitlevering worden bij de wet gegeven.
4.
Ieder heeft het recht het land te verlaten, behoudens in de gevallen, bij de
wet bepaald.
Alle
Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.
Iedere
Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende
organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen,
behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
Artikel 6
1. Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2.
De wet kan ter
zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen
regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer
en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig
om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders
verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand
toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.
3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de
voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig
wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan
zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van
handelsreclame.
Het
recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan dit recht worden beperkt in
het belang van de openbare orde.
1. Het recht tot vergadering en betoging
wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet kan regels stellen ter
bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding
of voorkoming van wanordelijkheden.
1. Ieder heeft, behoudens bij of
krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn
persoonlijke levenssfeer.
2. De wet stelt regels ter bescherming
van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken
van persoonsgegevens.
3. De wet stelt regels inzake de
aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en
van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige
gegevens.
Ieder
heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op
onaantastbaarheid van zijn lichaam.
1. Het binnentreden in een woning zonder
toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de gevallen bij of krachtens
de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen.
2. Voor het binnentreden overeenkomstig
het eerste lid zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het
binnentreden vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen.
3. Aan de bewoner wordt zo spoedig
mogelijk een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt. Indien het
binnentreden in het belang van de nationale veiligheid of dat van de
strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij de wet te stellen regels
de verstrekking van het verslag worden uitgesteld. In de bij de wet te bepalen
gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten, indien het belang van
de nationale veiligheid zich tegen verstrekking blijvend verzet.
1.
Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op
last van de rechter.
2. Het telefoon- en telegraafgeheim is
onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging
van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
1. Onteigening kan alleen geschieden in
het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling, een en ander
naar bij of krachtens de wet te stellen voorschriften.
2. De schadeloosstelling behoeft niet
vooraf verzekerd te zijn, wanneer in geval van nood onverwijld onteigening
geboden is.
3. In de gevallen bij of krachtens de wet
bepaald bestaat recht op schadeloosstelling of tegemoetkoming in de schade,
indien in het algemeen belang eigendom door het bevoegd gezag wordt vernietigd
of onbruikbaar gemaakt of de uitoefening van het eigendomsrecht wordt beperkt.
1. Buiten de gevallen bij of krachtens de
wet bepaald mag niemand zijn vrijheid worden ontnomen.
2. Hij aan wie anders dan op rechterlijk
bevel zijn vrijheid is ontnomen, kan aan de rechter zijn invrijheidstelling
verzoeken. Hij wordt in dat geval door de rechter gehoord binnen een bij de wet
te bepalen termijn. De rechter gelast de onmiddellijke invrijheidstelling,
indien hij de vrijheidsontneming onrechtmatig oordeelt.
3. De berechting van hem aan wie met het
oog daarop zijn vrijheid is ontnomen, vindt binnen een redelijke termijn
plaats.
4. Hij aan wie rechtmatig zijn vrijheid
is ontnomen, kan worden beperkt in de uitoefening van grondrechten voor zover
deze zich niet met de vrijheidsontneming verdraagt.
Geen
feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke
strafbepaling.
Niemand
kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.
1. Ieder kan zich in rechte en in
administratief beroep doen bijstaan.
2. De wet stelt regels omtrent het
verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen.
1. Bevordering van voldoende
werkgelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.
2. De wet stelt regels omtrent de
rechtspositie van hen die arbeid verrichten en omtrent hun bescherming daarbij,
alsmede omtrent medezeggenschap.
3. Het recht van iedere Nederlander op
vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens
de wet gesteld.
1. De bestaanszekerheid der bevolking en
spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid.
2. De wet stelt regels omtrent de
aanspraken op sociale zekerheid.
3. Nederlanders hier te lande, die niet
in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te regelen recht op
bijstand van overheidswege.
De
zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de
bescherming en verbetering van het leefmilieu.
1.
De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
2. Bevordering van voldoende
woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.
3. Zij schept voorwaarden voor
maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding.
1. Het onderwijs is een voorwerp van de
aanhoudende zorg der regering.
2. Het geven van onderwijs is vrij,
behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet aangewezen
vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de
zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen.
3. Het openbaar onderwijs wordt, met
eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging, bij de wet geregeld.
4. In elke gemeente wordt van
overheidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onderwijs gegeven in een
genoegzaam aantal scholen. Volgens bij de wet te stellen regels kan afwijking
van deze bepaling worden toegelaten, mits tot het ontvangen van zodanig onderwijs
gelegenheid wordt gegeven.
5. De eisen van deugdelijkheid, aan het
geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen,
worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zover het bijzonder
onderwijs betreft, van de vrijheid van richting.
6. Deze eisen worden voor het algemeen
vormend lager onderwijs zodanig geregeld, dat de deugdelijkheid van het geheel
uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het openbaar onderwijs
even afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de vrijheid
van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de
aanstelling der onderwijzers geëerbiedigd.
7. Het bijzonder algemeen vormend lager
onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, wordt naar
dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. De
wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder algemeen vormend
middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen uit de openbare kas
worden verleend.
8. De regering doet jaarlijks van de
staat van het onderwijs verslag aan de Staten-Generaal.